Voorbereidende werken

Plaatsbepaling

Vooraleer je een solitair of boom aanplant is het aangewezen om enkele voorbereidende stappen uit te voeren. Enerzijds informatie inwinnen bij het gemeentebestuur, omtrent de afstand tot de perceelsgrens en de aan te planten plant. Anderzijds de exacte positie van de plant bepalen alvorens je hem gaat ophalen of vooraleer hij wordt geleverd. Want wortels drogen uit onder invloed van wind, vorst of zonlicht.

De grondwerken

Om de inworteling van planten positief te stimuleren voorzie je best goed omwoelde grond. De nieuwe en fijne wortels kunnen zich namelijk geen weg naar de ondergrond banen wanneer de bodem té gesloten is, daarnaast resulteert dit ook in een bodem die beter water vasthoudt.

Inwerken grondstoffen

Een goede groeistart werk je in de hand door de optimale omstandigheden te creëren, hiervoor dien je best een bodemverbeteringsmiddel toe. Bemesting is de basis voor een snelle worteling wat de plant eveneens veerkrachtiger maakt. Je verdeelt de bodemverbeteraar over het te beplanten stuk volgens de vermelde dosering. Wanneer je met compost werkt is het aangewezen extra groenkalk toe te voegen om de zuurtegraad op pijl te houden. Vervolgens woelt u het geheel om met een riek of een spade zodat de organische bemesting op evenwichtige wijze wordt verdeeld over de oppervlakte. Maak grote klompen grond fijn met een riek of een hark zodat de bodem beter aan de plant aansluit en de plant achteraf gemakkelijk water kan opnemen.

Bewaren

Planten met kluit

Planten met een kluit bewaren kan, maar voor een maximale tijdspanne van 24 uur en dit uit de zon en wind. Wanneer je genoodzaakt bent om ze langer te bewaren dient u ze op te kuilen.

Planten uit pot

Planten in een pot bewaren kan, maar voor een maximale tijdspanne van 24 uur en dit uit de zon en wind. Wanneer je genoodzaakt bent om ze langer te bewaren dien je ze open te zetten. Je zet ze best recht, gesorteerd bij elkaar op een beschutte plaats waar het niet te zonnig en warm is. Je begiet ze best, zodat ze niet uitdrogen. Controleer elke dag of ze voldoende vochtig zijn, en geef indien nodig extra water. Op deze manier kan je de pot planten nog een dag of 10 laten staan.

Planten met blote wortel

Planten met blote wortels die zich nog niet in de grond begeven drogen zeer snel uit. Zorg er dus zeker voor dat ze niet in contact komen met wind, vorst of zonlicht. Daarom stockeer je de planten best in de schaduw op een vorstvrije plaats met een zak rond de blote wortels (zo creëer je een windvrije zone). Het is aangewezen om de afgedekte wortels te benevelen met water om eveneens uitdroging te voorkomen, want een uitgedroogde wortel leidt tot een verloren zaak. Dit wil niet zeggen dat je ze in een emmer water moet bewaren, want dit zal aanwezige schimmels afspoelen die zich achteraf heel slecht terug hechten op de wortels. Dit zou eveneens resulteren in het sneuvelen van de planten. Deze manier om planten met blote wortels te bewaren dient om een tijdspanne van maximum 12 uur te overbruggen. Wanneer je genoodzaakt bent om ze langer te bewaren dien je ze op te kuilen.

Jutte doek eraan of eraf?

Rond de plantenwortel is een jutten doek gebonden. Deze zorgt ervoor dat de kluit vast blijft en wortels niet afbreken. Je moet de doek rond de kluit laten zitten. De doek is van 100% jutte en zal, in de loop der tijd, verteren. Indien de plant in een pot staat, dien je deze wel te verwijderen.

Het planten van een grote struik of solitair uit kluit of pot

  1. Het planten van een solitair start bij een put in de grond. Deze maak je best groter dan de kluit van de solitair zodat je achteraf goed kan aanvullen met grond. Steek de bodem van de put los met een riek zodat de wortelen later gemakkelijk naar onderen groeien. Dit zorgt ervoor dat de solitair later minder gevoelig is voor uitdroging.
  2. Plant nu eerst de solitair. Wanneer je plant net uit een pot komt is het aangewezen om zijn wortels met je vingers los te maken, zonder hen zwaar te beschadigen, zodat het groeiproces gemakkelijker tot stand komt.
  3. De bovenkant van de kluit moet ongeveer 1cm dieper staan dan het grondoppervlak. Hiervoor kan het noodzakelijk zijn om grond aan te vullen of weg te halen, in de put. Wanneer de solitair op zijn positie staat kan je nu de put vullen met de aarde, en zorg dat wortels goed bedekt zijn met aarde. De grond, rond de plant, mag ook iets hoger liggen. Omdat je de grond best nog aandrukt achteraf met de voet op 3 à 4 plaatsen. Ook gaat de grond nog een beetje zakken door de regen. (Anders is het net of de solitair in een put staat)

Het planten van een boom uit kluit of pot

  1. Het planten van een boom start bij een put in de grond. Deze maak je best groter dan de kluit van de boom zodat je achteraf goed kan aanvullen met grond. Steek de bodem van de put los met een riek zodat de wortelen later gemakkelijk naar onderen groeien. Dit zorgt ervoor dat de solitair later minder gevoelig is voor uitdroging.
  2. Plant nu eerst de boom. Wanneer je plant net uit een pot komt is het aangewezen om zijn wortels met je vingers los te maken, zonder hen zwaar te beschadigen, zodat het groeiproces gemakkelijker tot stand komt.
  3. De bovenkant van de kluit moet ongeveer 1cm dieper staan dan het grondoppervlak. Hiervoor kan het noodzakelijk zijn om grond aan te vullen of weg te halen, in de put.
  4. Wanneer de boom op zijn positie staat kan je de palen plaatsen. Zet de palen ongeveer 40 cm verwijdert van de stam in een driehoek rondom de boom. Door deze afstand in acht te houden vermijd je schade aan de wortel. Zorg ervoor dat je de palen minstens 60cm diep in de grond staan (hiervoor gebruik je een zware hamer). Omdat ze in een net aangevulde kuil staan is deze diepte noodzakelijk.
  5. Wanneer de palen op hun positie staat kan je nu de put vullen met de aarde, en zorg dat wortels goed bedekt zijn met aarde. De grond, rond de plant, mag ook iets hoger liggen. Omdat je de grond best nog aandrukt achteraf met de voet op 3 à 4 plaatsen. Ook gaat de grond nog een beetje zakken door de regen. (Anders is het net of de boom in een put staat)
  6. Gebruik constructiehout om de 3 palen met elkaar te verbinden, wat de stevigheid aanzienlijk verhoogt. Op deze manier kunnen de planten probleemloos inwortelen zonder een risico op omwaaien en het afbreken van hun wortels.
  7. Voorzie ongeveer 1 meter boomband per paal. Ga rondom de boom en bevestig de 2 uiteinden boomband, met een vijs, strak aan de bovenkant van de paal. Laat ook hier het overschot van de band gewoon hangen. Zo kan je de band steeds aanpassen aan de boom naarmate hij dikker wordt. Doe dit ook zo bij de andere 2 palen.

Het planten van een boom met blote wortel

  1. Plaats de steunpaal die ervoor zorgen dat de plant stevig en stabiel staat. Op deze manier kunnen de planten probleemloos inwortelen zonder een risico op omwaaien en het afbreken van hun wortels.
    Je gaat van start met het plaatsen van de paal en vervolgens pas de boom. Zorg dat de paal minstens 60cm diep in de grond staat (hiervoor gebruik je best een zware hamer). Let wel op: de boom plaats je centraal in de kuil op de positie die je vooraf hebt uitgezet, de paal moet zich daar vlak naast bevinden. Na 2 à 3 jaar is de boom sterk genoeg waardoor je de paal kan wegnemen.
  2. Haal de boom uit de zak en zet hem vlak tegen de paal. De bovenkant van de wortel moet ongeveer 1cm dieper staan dan het grondoppervlak. Het kan zijn dat u grond dient aan te vullen of weg te halen, omdat de boom anders te diep of te ondiep staat.
  3. Vul de put aan met de aarde, en zorg dat wortels goed bedekt zijn met aarde. De grond, rond de boom, mag ook iets hoger liggen. Omdat je de grond best nog aandrukt met de voet op 3 à 4 plaatsen. Ook gaat de grond nog een beetje zakken door de regen. (Anders is het net of de boom in een put staat)
  4. Om de boom en de paal aan te binden gebruik je best een boomband en het bijgevoegde koppelstuk. Deze is enigszins flexibel waardoor hij minder snel ingroeit. De boomband komt bijna bovenaan aan de paal, om maximale stevigheid te bieden aan de boom. Het koppelstuk zit zich tussen de paal en de boom. De boomband zit rond de boom, door het koppelstuk en tegen de paal. Trek de band stevig aan en vijs de losse einden vast aan de paal. (Het is aangewezen om jaarlijks te controleren of je de band niet groter moet maken aangezien de boom groeit. Daarom is het tijdens het aanbinden belangrijk om de losse einden van de boomband niet af te snijden maar gewoon onberoerd te laten. )

Aangieten van de nieuwe beplanting

Giet de boom of solitair aan met (liefst) regenwater eens hij geplant is, zo zal de grond zich helemaal aansluiten.